WERK AAN DE WERELD
STAKEN!
In Nederland is de meest beroemde staking ongetwijfeld de Februaristaking geweest, uit protest tegen de Jodenvervolging. Staken is een uiterste protestmiddel maar soms moet het. Zoals de vertragende zondagsdiensten van de zorgverleners onlangs. In het buitenland is staken eveneens een beproefde vorm van actie.
Tekst Astrid van Unen Beeld: uit privécollecties
NEDERLAND
VERTRAGENDE ZONDAGSDIENSTEN
Het stakingsrecht in Nederland is gebaseerd op het Europees Sociaal Handvest uit 1961 van de Raad van Europa. Iedereen mag staken, behalve de hulpdiensten. En dus draaiden de zorgverleners in de zeven academische ziekenhuizen in Nederland eind september zondagsdiensten. Want er viel genoeg te protesteren en te eisen. Zo moet de werkdruk omlaag, het salaris voor iedereen omhoog en moet er aandacht komen voor duurzame inzetbaarheid.
De zorgverleners hebben het tij mee. Juist tijdens de coronapandemie werd zichtbaar hoe waardevol én hoe zwaar hun werk is. Lilly van Dijken, vakbondsconsulent en ict’er in het Utrecht Medisch Centrum (UMC) was een van de actiecoördinatoren. Ze is tevreden en loopt zich al warm voor de volgende actiedag op 26 oktober. ‘We hebben veel aandacht gekregen voor ons protest’, zegt ze. ‘We hadden ludieke acties bij de ingang gepland, waardoor veel langslopende patiënten en bezoekers ons zagen. Alle medewerkers hadden dit jaar van het management een handdoek gekregen met de tekst ‘Time to Relax’. Dat schoot bij ons verkeerd, want het gaat nu over andere zaken. We zijn voor de ingang op deze handdoeken gaan liggen in covid-pakken. Ondertussen werden cocktails uitgedeeld. Ook vierden we een feestje op de muziek van de Snollebollekes. Ons statement was vrolijk, en ook heel duidelijk.’
Geen staking dus, maar ook zondagsdiensten kunnen hard aankomen, verzekert Van Dijken. ‘Het zijn juist de zondagsdiensten die alles vertragen. De verschillende afdelingen zijn van elkaar afhankelijk. Als de een in de vertraging gaat, heeft dat gevolgen voor de ander. Behandelingen en operaties moesten worden uitgesteld. Echte spoedgevallen gingen voor, maar de rest stond op een laag pitje.’
Het gewenste resultaat is nog niet behaald, vandaar dat de volgende actiedatum al gepland staat. ‘Dan doen de artsen ook mee, hopelijk zet dat nog meer kracht bij. De werkgevers hebben het tot nu toe nog niet begrepen. Dus wie niet horen wil, moet maar voelen.’
ISRAEL
ANGST OM HET WERK TE VERLIEZEN
Het organiseren van Palestijnse werknemers op Israëlisch grondgebied is nog niet zo gemakkelijk, ondervindt ook MAAN, de vakbond waarmee Mondiaal FNV al enige jaren samenwerkt. Directeur Assaf Adiv vertelt dat de coronamaatregelen voor de 150.000 Palestijnen die op de Westbank werken extra negatief uitpakten. ‘In Israël is bij wet een sociaal vangnet geregeld, maar dit geldt slechts gedeeltelijk voor de Palestijnse werknemers. Alleen als ze arbeidsongeschikt raken, is er financiële compensatie.’
Gelukkig werkten bedrijven in een aantal essentiële sectoren wel door. Zoals de fabriek R.S. Commerce and Production of Food van de familie Ragwen. Deze voedselverwerker heeft zijn fabriek in de industriële zone Atarot, ten noorden van Jerusalem. In deze fabriek zijn vooral de productiemedewerkers Palestijn; het management bestaat uit Israëli. Al in 2019 begon MAAN de Palestijnse werknemers te organiseren. En dat lukte, ondanks hun angst om hun baan te verliezen.
In 2020 moesten de cao-onderhandelingen weer van start, maar de werkgever stelde de gesprekken steeds uit. Corona was een mooi excuus. ‘In januari van dit jaar beseften we dat we niet verder kwamen’, zegt Adiv. ‘Van midden januari tot midden februari hebben we drie keer een tweedaagse staking georganiseerd. Aanvankelijk probeerde de werkgever de stakers te straffen. Drie werden ontslagen. Wij schreven daarop een brief: als zij niet opnieuw aan het werk mogen, gaat niemand aan het werk. Alle werknemers bleven daarop voor de deur staan. Twee weken later hebben we de cao uit onderhandeld.’
En met succes. De werknemers wilden graag een prikklok bij de ingang, zodat er niet meer gemanipuleerd kon worden met hun werkuren. Die is er nu. Daarnaast hebben ze loonsverhoging gekregen. De 24-uurs dienst was afgeschaft, maar tijdens de pandemie weer ingevoerd. Werknemers krijgen hier extra geld voor, wat aantrekkelijk is gezien hun lage lonen. ‘Maar 24 uur werken is gevaarlijk en ongezond’, zegt Adiv. ‘Dat hebben we nu weer van tafel gekregen.’
INDIA
‘GROEIENDE STEUN VOOR DE BOERENPROTESTEN’
Chennaiah Poguri, leider van de Indiase landbouwvakbond APVVU, ziet dat de boerenprotesten zich verspreiden als een olievlek. De pijlen zijn gericht op drie pas ingevoerde landbouwwetten, die in alle opzichten een verslechtering betekenen van de economische positie van de Indiase boeren. Ook al beweert de regering het tegendeel. Eind september vond dan ook de vijfde bharat bandh plaats, een nationale staking die elke keer meer onderdelen van de Indiase samenleving platlegt. Nu met steun van meer dan vijfhonderd boerenorganisaties, vijftien vakbonden, politieke partijen, zes deelstaatregeringen en verschillende maatschappelijke organisaties.
‘Pure solidariteit’, vertelt Poguri trots. ‘Het is uniek dat de arbeiders de boeren nu steunen. De laatste keer dat dit voorkwam, was in de jaren veertig van de vorige eeuw, toen we vochten voor onafhankelijkheid van de Britten. De boeren zijn nu ook solidair met de arbeiders, bijvoorbeeld met de staalarbeiders in deelstaat Andhra Pradesh, die vechten tegen privatisering van hun industrie.’
Staken is in de Indiase grondwet verankerd, maar de regering doet er alles aan om af te dingen op die fundamentele werknemersrechten. Zo worden vergunningen om te staken niet afgegeven. In januari stuurde de regering tijdens een algehele staking nog politie op de demonstranten af. Hun gewelddadige acties gingen viraal en nog meer groeperingen sloten zich aan bij de boerenprotesten. Nu hebben alle oppositiepartijen zich solidair verklaard met de boeren. En is de eis niet alleen de intrekking van de gewraakte landbouwwetten, maar zelfs het aftreden van de regering. ‘Onze strategie is druk te blijven uitoefenen op de regering. Over een jaar zijn er deelstaatverkiezingen, een jaar later parlementsverkiezingen. We hopen dat de regerende partij BJP overal gaat verliezen.’
COLOMBIA
91 DAGEN STAKEN TEGEN DE ‘PLOEGENDIENST DES DOODS’
In Colombia toont de mijnwerkersbond Sintracarbón hoe je met volharding een klinkende overwinning kunt behalen. De bond heeft sinds zijn bestaan drie keer een staking geleid. De laatste keer was vorig jaar, toen de coronapandemie al welig tierde. De inzet was onder meer de ‘ploegendienst des doods’ van tafel te krijgen, die het mijnbouwbedrijf Cerrejón had ingevoerd. Een loodzwaar ploegenschema, waarbij mijnwerkers meer werk in minder tijd moesten verzetten. Ook aan andere arbeidsvoorwaarden werd geknaagd door de werkgever tijdens de cao-onderhandelingen.
Maar liefst 91 dagen gingen de Sintracarbón-leden en hun collega’s in staking. Maar toen ging het bedrijf, dat in handen is van drie multinationals, overstag in alle opzichten. ‘We hebben een uitzonderlijk sterke vakbond’, vertelt voorzitter Igor Díaz. ‘Je moet het succes afdwingen met de positie van de bond.’ Geen overbodige luxe in deze sector, waar arbeidsvoorwaarden en vooral gezondheids- en veiligheidsartikelen in de cao voortdurend onder druk staan. Sintracarbón begon als bedrijfsbond, maar met het oog op de toekomst breidde het zich uit naar meerdere bedrijven waar Cerrejón werk aan uitbesteedt.
Sintracarbón telt bijna vierduizend leden. Is er een cao-onderhandeling in aantocht, dan beslissen de leden vooraf of een bijzondere bijdrage nodig is om een eventuele staking uit te houden. Vorig jaar was het extra geld door de lange staking niet voldoende. Gelukkig sprongen uit solidariteit de internationale sectorbond IndustriALL en collega-bonden uit Colombia financieel bij. ‘We hebben moeilijke, cruciale momenten beleefd’, zegt Díaz, ‘maar het belangrijkste is dat de werknemers de eenheid hebben kunnen bewaren.’
Het land heeft in de grondwet het recht op staken opgenomen, maar ook in arbeidswetgeving ligt dit vast. ‘Dit neemt niet weg dat Colombiaanse werkgevers met behulp van een leger advocaten dit recht proberen te ontkrachten’, zegt Díaz. ‘Je moet als bond dus sterk in je schoenen staan om deze aanvallen te trotseren.’